( door Dirk Vander Hulst )
De Liberators komen in het vizier. Volledigheidshalve dient vermeld dat de drie eskaders van het 491ste op dat ogenblik in een rij achter elkaar vliegen. Het 855st leidt de formatie, gevolgd door het 854ste en vervolgens het 853ste. Op 15 mijl voor Misburg valt het bommentapijt van het 854ste eskader (dus ook van 42-50610) per ongeluk in open veld, waarop dit eskader naar het zuiden zwenkt nog voor Misburg en dit om mogelijk luchtafweervuur te vermijden. Het 855ste en het 853ste eskader droppen wel hun bommenlast ter bestemming en dit om 12.39 uur. Eén minuut later volgt de vernietigende aanval van JG 301. Het 853ste valt als eerste onder de ratelende lopen van JG 301 en wordt totaal vernietigd (9 B-24’s). Vervolgens scheurt de vijandelijke meute doorheen de gelederen van het 854ste, dat juist op dat ogenblik weer aansluiting zoekt met de formatie. Slechts vier van haar tien B-24’s blijven luchtvaardig, waaronder de kreupel geschoten machine van piloot Lanning. Het 855ste wordt als laatste aangevallen en kent geen verliezen.
Piloot Harold Lanning getuigt: “We losten onze bommen en werden vervolgens overvallen door een concentratie vijandelijke jagers. De meerderheid van onze toestellen en bemanningen werden of neergehaald of uit de lucht geblazen – ‘Not a pretty sight’!
Het 491ste krijgt af te rekenen met zo’n 75 à 100 Duitse jagers, het overgrote deel is van het type Focke-Wulf 190. Flankschutter Adolph ‘Otto’ Carbone heeft vanuit zijn positie zicht op een schouwspel dat de vergelijking met elke luchtgevechtfilm weerstaat en rapporteert Lanning het aantal parachutes die hij uit de neergaande toestellen ziet komen.
De bommenrichter Henry Latimore bemant tijdens die vlucht voor het eerst en voor het laatst de neusgeschutskoepel: “Er was een soort ‘screw-up’of verwarring die dag. Normaal dienden we onze begeleidingsjagers dicht bij ons te hebben”.
Toestel 42-50610 komt ten zuiden van Hannover volledig onder vuur te liggen. Boordwerktuigkundige Gerald Burbank bemant de ruggeschutkoepel en ziet hoe als bij wonder groeven in het metalen vliegtuigoppervlak verschijnen, wanneer ‘moffen kogels’ hun kreupele bommenwerper raken. Om 12.42 uur zet een Duits Focke-Wulf piloot de aanval in op 42-50610 vanuit de richting 4 uur. Gerald opent het vuur en denkt de gevechtspiloot te hebben geraakt, want het toestel staakt al op 450 m met vuren. Pas wanneer de jager tot op zo’n 25 meter is genaderd gaat die eindelijk over kop en valt klaarblijkelijk stuurloos naar beneden. Burbank krijgt de jager toegekend als vernietigd. Plaats van handeling: 12 mijl bezuiden Hannover, hoogte: 21.600 voet (6584 meter). Twee minuten later wordt 42-50610 alweer belaagd, ditmaal uit de richting zes uur door een trio Fw-190’s, waarvan Burbank één mogelijk vernietigt en staartschutter Charles Sohlgren één beschadigt. Burbank snapt niet waarom de Duitse gevechtspiloten net dan afhaken. “Nog één aanval op ons toestel en we waren volledig uitgeschakeld “, verklaart hij enige maanden na de feiten aan een redacteur van de ‘Waterloo Daily Courier’.
Henry Latimore vertelt dat de bommenluiken van hun Liberator defect waren: “De bommen aan boord van onze B-24 werden gedropt met de luiken gesloten tijdens de voortijdige bommenafworp van ons eskader. Het gewicht van de bommen brak de luiken open (een soort rolluikdeuren). Uit het novembermaandverslag van de 491ste ontlenen we: “Eén van onze toestellen, dropte wegens een mechanisch defekt, zijn bommen doorheen de bommenluiken, waardoor twee van de luiken onderaan het vliegtuig bengelden. Zich duidelijk realiserend dat deze bommenwerper in moeilijkheden verkeerde voerden 3 FW-190’s een vastberaden aanval uit van ‘zes uur beneden’, maar de B-24 bleef ‘straight and level’ vliegen. Dit toestel werd evenwel later gerapporteerd als zijnde neergestort in België (…)’ De drie vastberaden Fw 190’s waarvan sprake in dit rapport zijn wellicht de drie waarvan Burbank één kreeg toegewezen als ‘mogelijk vernietigd’en Sohlgren één als ‘beschadigd’.
Het valscherm van boordtelegrafist Royce Colby wordt doorzeefd, omdat ze volgens Colby ook langs onder worden bestookt: ” Ik ga er vanuit dat we op een zeker ogenblik, tijdens het gevecht met de vijandelijke jagers, van onderuit werden bestookt. Twee kogels penetreerden mijn valscherm, dat ik had weggeborgen direct achter en onder mijn radiostoel, met als resultaat dat er zo’n 644 gaten in het zeil van mijn valscherm zaten. Een andere kogel, een licht -of brandkogel, drong omhoog doorheen de radioapparatuur en de radiotafel. Hij raakte het plafond van het vliegtuig, viel naar omlaag op de radiotafel en zette de ‘message papers’ in brand. Ik greep snel naar de kogel en smeet hem via de geopende bommenluiken naar buiten”.
Volgende: Schade aan het Vliegtuig